Als je in je onderwijs wil samenwerken met bedrijven, dan kan dat vanuit twee kanten komen:
A – je kent een bedrijf waar je graag mee wil samenwerken.
B – je hebt een onderwerp of een thema en je wil daar graag een bedrijf bij vinden.
Hoe pak je dat aan?
Hoe kies jij welke activiteit past in jouw lessen?
A – je kent een bedrijf waar je graag mee wil samenwerken.
Een ouder heeft aangegeven dat het misschien leuk is om een keer ‘iets te doen’ met het bedrijf waar hij/zij werkt. Of een collega heeft een contact wat jou ook interessant lijkt. Hoe pas je dat in jouw lessen in?
Wat doet het bedrijf?
Allereerst is het natuurlijk belangrijk om te weten wat het bedrijf doet. Is het een bedrijf dat diensten aanbied? Dat dingen (door)verkoopt? Of maken ze producten?
Bekijk hiervoor de website. Dat is soms best lastig – de websites van bedrijven zijn opgesteld voor klanten en als zij producten of diensten aanbieden voor andere bedrijven, dan ben jij die klant dus niet! Probeer je een beeld te vormen van wat het bedrijf levert. Bedenk ook wat daar lastig aan zou kunnen zijn: wat zou kunnen gebeuren als het bedrijf zijn producten of diensten niet goed zou leveren?
Tips bij lastig te lezen websites:
- Kijk of het bedrijf op Wikipedia te vinden is;
- Zoek de belangrijkste termen op Wikipedia op;
- Kijk op de bedrijfswebsite bij
- over ons bedrijf
- nieuws
- vacatures
- projecten
- Zoek naar (recente) nieuwsberichten op Google
- Zoek naar berichten over het bedrijf op Facebook en LinkedIn
Wat doet het bedrijf nog meer?
Een bedrijf omhelst meer dan alleen de dienst of het product dat ze leveren. Veel technische bedrijven leveren naast het product ook diensten om klanten te ontzorgen (Eriks is bijvoorbeeld een bedrijf dat onderdelen verkoopt om een productievloer in te richten. Maar daarnaast helpen zij ook om de productielijnen goed in te richten en denken zij met klanten mee).
Daarnaast heeft ieder bedrijf een kortere of langere geschiedenis. Sommige grote bedrijven (zoals Philips, en de Rabobank) hebben zelfs een grote invloed gehad in de geschiedenis op de ontwikkeling van de regio. Bedrijven hebben klanten en bedrijven die hen weer tussenproducten leveren. Ze hebben financiële afdeling, een technische afdeling (ook in een ziekenhuis, winkel en bij de bank). Sommige bedrijven hebben meerdere vestigingen en/of leveren naar het buitenland. Bedrijven maken reclame maar hebben ook hun interne communicatie. De meeste bedrijven zijn in meer- of mindere mate met duurzaamheid bezig en zeker grotere bedrijven hebben een HR-afdeling, waar ze met personeelsbeleid bezig zijn.
Dit hoef je niet allemaal uit te zoeken voor ieder bedrijf, maar als je gaat bedenken wat de mogelijkheden zijn om met een bedrijf samen te werken, dan is het handig om wel een beetje te weten hoe een bedrijf in elkaar zit.
Het bedrijf in jouw klas
Met deze informatie kun je bedenken bij welk onderwerp in jouw lessen het bedrijf zou kunnen aansluiten. Heeft het bedrijf wel zijdelings met jouw vak te maken, maar kun je niet direct de link leggen met de stof van jouw lessen? Maak er dan een apart project van, eventueel in een projectweek. Of probeer leerlingen te koppelen voor een profielwerkstuk.
Op de pagina voor de Young Talent Tour / MBO on Tech Tour staat voor zo’n 20 (technische maak)-bedrijven informatie en hulpvragen om meer te weten te komen over een bedrijf. Dit zijn voornamelijk technische bedrijven, maar ook de Volksbank zit hiertussen!
B – je hebt een onderwerp of een thema en je wil daar graag een bedrijf bij vinden.
Stel, je hebt een thema of onderwerp in jouw les waar je graag een bedrijf bij wil betrekken. Je kunt bij inspiratie kijken of hier vraagstukken bij zitten dat bij het thema past of waar jouw onderwerp onder valt.
- Zet dat thema, onderwerp of vraagstuk in het midden van een leeg blad (lege poster) en bedenk hier zoveel mogelijk vragen omheen die met jouw vak te maken hebben.
- Schrijf bij iedere vraag een aantal mogelijkheden op om aan het antwoord te komen. Vaak kan dat op een ‘in de klas’ manier (opzoeken op internet, schatten etc), maar ook op een ‘bedrijf’-manier (gastles, interview, bezoek etc).
- Jij kiest voor jouw klas welke vraag (vragen) je kiest om aan te werken. Daarbij kies je of je een activiteit ín de klas doet om aan het antwoord te komen of dat je hier een bedrijf bij betrekt.
activiteiten in de klas
activiteiten met bedrijven
Hoe kies je welke activiteit past in jouw lessen?
Als je bedrijven in jouw klas haalt, kun je voor verschillende activiteiten kiezen. Sommige activiteiten passen beter bij een les gericht op loopbaanoriëntatie begeleiding (studiekeuze), andere activiteiten passen beter bij inhoudelijke verdieping.
Ga hier naar de pagina met informatie over verschillende bedrijfsactiviteiten
Het belangrijkste bij jouw keuze voor de activiteit, is dat hij bij jou past, bij jouw leerlingen, bij jouw lessen en bij het moment. Met de vier vragen hieronder kun je voor jezelf nagaan wat jouw volgende stap is in de samenwerking met bedrijven en welke activiteit daarbij past.
Vraag 1: waar heb jij ruimte voor in jouw lessen?
Hoever ben jij al in je samenwerking met bedrijven? Als je hier net mee gaat beginnen, begin dan klein. Heb je al veel ervaring en draai je je hand er niet meer voor om? Bedenk dan eens wat jouw volgende stap zou zijn?!
- Houd rekening met
- Hoeveel ervaring heb jij al met bedrijven?
- Hoe druk ben je volgend jaar? Hoeveel tijd heb je (dus) om je nieuwe activiteiten voor te bereiden?
- Hoeveel ondersteuning (uren!) krijg je van je directie?
- Kun je met collega’s samenwerken? Kun je van collega’s leren/lenen?
Vraag 2: met welke leerlingen wil je ‘iets met bedrijven’ doen?
Net als dat jij meer of minder ruimte kunt hebben om een activiteit met bedrijven te doen, geldt dat ook voor leerlingen. De ene groep is makkelijker voor iets nieuws te porren dan de ander en sommige groepen hebben al veel ervaring met bedrijven en kunnen dus grotere projecten aan!
Dus:
- Welke klassen krijg je volgend jaar? In een nieuwe klas is het lastiger om een nieuwe activiteit uit te proberen dan met een bekende klas in een jaar waar je al ervaring mee hebt.
- Hoeveel ervaring hebben jouw leerlingen al met bedrijven?
Vraag 3: welke onderwerpen sluiten aan bij dit bedrijf?
Sommige onderwerpen lenen zich beter om een bedrijf bij te betrekken dan andere. De relativiteitstheorie wordt nou eenmaal minder vaak bij bedrijven gebruikt dan het meten van spanning. Met een onderwerp waar je zelf meer vanaf weet, kun je makkelijker spelen dan met een onderwerp waar je je minder zeker bij voelt.
Vraag 4: op welk moment komt een bedrijfsactiviteit goed uit?
Welke moment komt jou goed uit? December is druk, in mei/juni zijn de eindexamens – pak de jaarplanning erbij om te zien welk moment voor jou genoeg tijd biedt om het project uit te voeren, maar ook voor te bereiden. Maak daar een keuze of je wel of juist niet in de vakantie wil voorbereiden!
Wil je graag een grote en overzichtelijke planning om je activiteiten te verdelen over het jaar? Kijk dan eens bij de planner die Loes van Gemert heeft gemaakt.
Denk er aan dat in het bedrijfsleven de werknemers in sommige periodes ook moeilijker bereikbaar zijn: aan het einde van het jaar (kerst en oud & nieuw!) zijn veel mensen op vakantie, sommige bedrijven zelfs een week dicht. In het zuiden werkt met carnaval echt bijna niemand en mensen in het bedrijfsleven hebben vaak zelf ook kinderen en zijn dus in vakanties, maar zeker in de zomervakantie moeilijk te bereiken.
Zo, nu heb je de activiteit nog niet rond maar heb je wel ruimte in jouw programma gemaakt om iets met bedrijven te doen.
Wil je hulp om deze activiteit vorm te geven? Laat het mij dan even weten, dan denk ik met je mee!
Trackbacks/Pingbacks