Selecteer een pagina

Docenten op het Peelland College in Deurne hadden een vraag aan mij. Zij wilden graag een vakoverstijgend project doen met hun leerlingen. Hier wilden ze graag bedrijven uit de regio bij betrekken. Maar hoe gingen ze dat aanpakken?

In deze blog lees je de stappen die we hebben gemaakt in dit project en hoever we nu zijn.

Wie kan iets hebben aan dit verhaal?
Iedereen die op zoek is naar houvast en tips om ‘iets met bedrijven’ in de klas te doen. 

Voor welk niveau is dit geschikt?
Op het Peelland College hebben we de activiteiten geschreven voor 4 havo/vwo. Maar de opdrachten zijn ook uit te voeren door leerlingen van groep 3. Of door 6 vwo als profielwerkstuk. Dat ligt aan de diepgang die je aanbrengt.

Voor welke vakken is dit geschikt?
Wij hebben het project opgezet vanuit scheikunde, natuurkunde en biologie. Maar het onderwerp leent zich ook om andere vakken als maatschappijleer, geschiedenis, Nederlands, wiskunde etc bij te betrekken. En voor het basisonderwijs past het bij techniek, wereldoriëntatie, etc. Het mooie is natuurlijk dat de ’21st century skills’ volop langskomen.

Hoeveel uur kost dit project?
Bij het Peelland College pakken we het groot aan – drie weken lang worden alle lessen scheikunde, biologie en natuurkunde hieraan besteed. Maar je kunt ook een deel doen. Of de opdrachten minder uitgebreid doen. Je kunt dus zelf bepalen hoe groot of hoe klein je het wil maken. 

Kaders

Op het Peelland College waren de kaders als volgt:

  • Alle leerlingen van 4 havo en 4 vwo met scheikunde, natuurkunde en/of biologie doen mee
  • Dat zijn ongeveer 140 leerlingen
  • We schrijven het project met de drie sectieleiders, andere docenten hoeven alleen te ‘volgen’. Voor deze docenten moet het wel te doen zijn
  • In het project is plaats voor duurzaamheid en LOB
  • We werken samen met bedrijven om ons heen. Als leerlingen ergens naartoe moeten, is dat op fietsafstand
  • We willen dat de leerlingen keuzes hebben
  •  We hebben ongeveer 12 uur voor het project

Stap 1: Wat kunnen we doen?

Als starten hebben de docenten bij elkaar gezeten en besproken welk vraagstuk interessant was. De TOA scheikunde was bij een open bedrijvendag op bezoek geweest bij de Sauce Company in Deurne – dat zou voor de leerlingen heel interessant kunnen zijn! En in het weekblad stond een artikel over windmolens die wellicht langs de A67 geplaatst zouden worden. Hier hebben we twee vraagstukken uit geformuleerd:

1. Hoe maak je de beste saus?
2. Hoe zet je een windmolen neer?

Met deze twee vraagstukken bedien je leerlingen met verschillende interesses en ze zijn behapbaar. In deze blog neem ik verder alleen het windmolen-vraagstuk mee, zodat de lijn mooi helder blijft.

Tips

  • Bedrijven kun je onder andere vinden door open bedrijven dagen te bezoeken of het plaatselijke weekblad in de gaten te houden. Meer tips vind je hier.
  • Een vraagstuk kun je opstellen richting een product: Hoe maak je de beste … of een proces: hoe doe je …
  • Door het onderwerp van je project in een vraagstuk te gieten, is het voor de leerlingen duidelijk waar ze aan werken. Dit geeft betekenis aan het project.

Stap 2: Wat gaan we doen?

Hiervoor hebben we eerst in kaart gebracht welke vragen wellicht interessant zouden kunnen zijn voor de leerlingen. Dat hebben we gedaan met de Bedrijf in de Klas vragenposter:

Uit deze poster komen de volgende ideeën:

  1. Gastles Marinus Biemans van de gemeente, leerlingen zetten zelf een windmolen(tje) rechtop (mini practicum), techniekcentrum
  2. Natuurkunde: energie transfer, mechanica, hoeveel stroom levert dit? En als het hard waait? Transitie? Opslag energie?
  3. Scheikunde: roesten, groene chemie? rendement? hoe gemaakt? materiaalkunde
  4. Bio: ecologie? invloed leefomgeving, mensen en overlast geluid? trekvogels?

Tip
Je ziet dat we hier nog geen hele concrete ideeën hebben. Laat het plan groeien, neem ruimte en ook denk-tijd om het vraagstuk te laten ‘landen’. Je merkt dat je als je met zo’n vraagstuk bezig bent, ineens overal ‘windmolens’ ziet.

Hieronder zie je de Pinterest pagina van Bedrijf in de Klas met al mijn verzamelde windmolen-links.

Stap 3: Hoe gaan we het doen?

Met deze vragen in ons achterhoofd, hebben we het Bedrijf in de Klas Lesontwerp-canvas ingevuld:

Uit dit canvas kwamen aanvullende kaders:

  • Leerlingen hebben allemaal scheikunde, maar niet allemaal biologie of natuurkunde. En een enkeling heeft wel biologie, maar geen sk/na.
  • Leerlingen werken in groepjes van 3 à 4
  • We willen een gezamenlijke start (kick-off) met de leerlingen
  • We vinden onderzoek belangrijk
  • Leerlingen moeten vrij zelfstandig kunnen werken (dus geen klassikale lessen)
  • Een geschikte periode voor het project
  • We spreken af te werken in een Google Drive map.

Tip

Dit canvas is natuurlijk niet verplicht om te gebruiken. Maar het helpt wel om verschillende zaken af te ‘tikken’ die je toch samen even moet benoemen. De vragen op het canvas komen overeen met de algemene vragen van de bedrijf in de klas poster die we hierboven hebben gebruikt om op ideeën te komen.

Stap 4: Wie doet er mee?

Met deze ideeën en kaders zijn we op bezoek gegaan bij het bedrijf en de gemeente. In het begin nog best spannend – want wie bel je en wat zeg je?

Maar het went al snel. De docente scheikunde had pas op een overleg kennis gemaakt met degene van de gemeente die over duurzaamheid gaat. Dus die konden we bellen.

Eenmaal in gesprek was het niet moeilijk de gemeente enthousiast te krijgen – ze staan nog aan het begin van het traject rondom de windmolens en vinden het erg leuk dat de middelbare school in het dorp hier een project mee gaat doen. Ze werken dus graag mee!

Tip

  • Als je aansluit bij iets waar een bedrijf (of gemeente in dit geval) mee bezig is, is het niet moeilijk om ze enthousiast te maken. Dit kan door de krant, de website en actualiteit in de gaten te houden.
  • Omdat we een vraagstuk hebben (‘hoe zet je een windmolen neer?’), kunnen we heel concrete vragen stellen aan de gemeente. Dat maakt het voor hen ook makkelijker om mee te helpen. Met ‘doe maar iets’ kunnen mensen van buiten vaak niet zoveel.

Stap 5: Dus… wat gaan we doen?

In gesprek met de gemeente hebben we ook veel nieuwe informatie gekregen. Daarmee kunnen we onze ideeën aanscherpen en omzetten naar concrete activiteiten voor de leerlingen.

Dit worden de drie activiteiten:

  1. Welk materiaal is het beste?  (scheikunde/natuurkunde)
  2. Last van de molen (biologie/scheikunde)
  3. Hoe energiek is jouw molen? (natuurkunde/scheikunde)

En:

  • We willen bij elke activiteit dezelfde duurzaamheidsopdracht en LOB-vragen.
  • Waar mogelijk houden we deelopdrachten bij de verschillende activiteiten wel hetzelfde.

Voor de opzet van de activiteiten gebruiken we het ‘frame’ van Bedrijf in de Klas. Dit is een bepaalde opbouw in de opdrachten, waar we bij ‘hoe maak je duurzaam plastic‘ al mee gewerkt hebben.  

Tip

  • Door alle activiteiten in hetzelfde frame te gieten, blijft het één project en blijft het herkenbaar voor leerlingen. Ook is het voor docenten makkelijker begeleiden en nakijken.
  • Door opdrachten bij de verschillende activiteiten te hergebruiken, hoef je minder opdrachten te bedenken en minder voor te bereiden. Door andere vragen bij de opdrachten te stellen, geven ze toch antwoord op andere vragen.
  • Mogelijke werkvormen bij de opdrachten vind je hier.

Stap 6: Wanneer doen we wat?

Inmiddels hebben we steeds meer lijntjes om bij te houden (we hebben immers ook het saus-vraagstuk nog) en willen we graag andere docenten informeren. Ook de schoolleiding vraagt of alles ‘volgens schema’ loopt.

Kortom – het kriebelt! Tijd voor een draaiboek.
Hiernaast zie je het resultaat van een uurtje schrijven en plakken. In het draaiboek hiernaast zie je oranje post-its: algemeen, blauw is voor het windmolen vraagstuk, groen voor de saus-vragen.

Resultaat: we weten weer wat we NU moeten doen en gaan weer een stuk rustiger verder.

Tip

Het opstellen van een draaiboek klinkt spannender dan het is. Zeker als je dat met post-its doet.

Stap 7: Hoe nemen we onze collega’s mee in dit project?

We hadden nu genoeg informatie om ook andere collega’s te informeren. Maar teveel informatie is overkill, te weinig geeft geen vertrouwen. 

We hebben daarom de volgende keuzes gemaakt:

  • de meerwaarde van een vakoverstijgend project met bedrijven moet duidelijk zijn
  • we willen ze één activiteit zover mogelijk ‘af’ kunnen laten zien
  • de andere activiteiten alleen het idee
  • we laten ze verslagen zien van het ‘hoe maak je duurzaam plastic’ project dat we eerder hebben gedaan met 5vwo

Tip

  • Betrek andere docenten zo vroeg mogelijk in het project
  • Vertel ze alleen wat zij moeten weten en duidelijk wat je van hen verwacht
  • Vraag ook teamleider of zelfs directie om mee te luisten bij de kick-off. Dit vergroot het draagvlak en daarmee jouw mogelijkheden enorm!

Stap 8: Wat gaan we precies doen?

Met de feedback en vragen van de collega’s kunnen we de activiteiten afmaken.

Hieronder per activiteit de invulling. De links bij de onderdelen gaan naar algemene uitleg over de werkvormen.

1. Welk materiaal is het beste?

  • Onderdelen per minuut
    Benoem zoveel mogelijk onderdelen van een windmolen
  • Zoek de 10 verschillen
    Zoek zoveel mogelijk verschillen tussen bepaalde materialen. Welke zouden wel of niet geschikt zijn voor welke windmolen onderdelen en waarom?
  • Excursie of gastles naar Techniekcentrum of GreenTrust – specialist in energieprojecten

2. Last van de molen?

  • Doe klein, denk groot
    Bouw een windmolen na – onderzoek hoe slagschaduw ontstaat
  • Onderzoek verdere last van windmolens
  • Lees je in op een deel van de Natura2000 documenten (hier maken wij een selectie van)
  • Gastles van ambtenaar duurzaamheid van de gemeente

3. Hoe energiek is jouw molen?

  • Doe klein, denk groot
    Maak een schaalmodel van de wieken van de molen. Meet het vermogen dat jouw windmolen kan opwekken
  • Onderzoek verschillende variabelen van de wieken (aantal, massa, oppervlakte etc)
  • Onderzoek welk onderhoud aan een windmolen moet gebeuren. Hoe kan dat duurzaam?

Duurzaamheid

Bereken hoeveel % duurzame opwekking we nodig hebben om Deurne in 2050 energieneutraal te maken.

Loopbaanoriëntatie

Deze opdracht gaat over de duurzame energie-industrie.

  • Zou jij in deze industrie willen werken?
  • Welke opdracht vond jij het leukste om te doen?
  • Wat vond je daar leuk aan?
  • In welk beroep zou je aan dit soort opdrachten werken?
  • Welke studie leidt op tot dit beroep?

Tips

Wij hebben deze opdrachten gekozen vanuit onze situatie. Onze klassen, onze vakken, onze docenten, onze contacten, onze mogelijkheden in en buiten de klas.

Afhankelijk van jouw eigen situatie, pas je dit aan. Kies je voor één opdracht, of juist meer. Geef de leerlingen meer keuzevrijheid of minder. Betrek meer vakken of minder. Vraag je om meer details, of bespreek je het samen met de klas. Ga je op excursie, nodig je iemand uit voor een gastles, of kijk je een video op internet.

 

Maak jouw eigen keuzes die passen bij jou. 
Hier kan ik je dan wel weer goed bij helpen. Benieuwd hoe? Neem contact met mij op. 

Stap 9: En nu?

Tja, nu zouden we het project moeten gaan uitvoeren. Daar zouden we volgende week ook aan gaan beginnen. Maar toen was daar Het Coronavirus. Hierdoor laten bedrijven leerlingen niet meer op bezoek komen en vinden wij het risico te groot dat docenten en leerlingen thuis moeten blijven. We hebben dus besloten het project uit te stellen. Over de uitvoering later dus meer!

Tips
Kun je een bedrijf niet in omdat je leerlingen te jong zijn, of vanwege andere redenen? Vraag dan of…

  • iemand een gastles kan geven
  • ze goed videomateriaal hebben
  • het mogelijk is dat iemand met een skypeverbinding door het bedrijf loopt en jullie vragen beantwoord
  • je zelf foto’s of 3D-opnames mag maken om daar vragen en opdrachten bij te maken. Een handige tool hiervoor is Thinglink.

Denk bij de uitvoering ook aan hoe je wil dat leerlingen het gaan presenteren. Wij doen dat met een markt, zodat leerlingen van elkaar zien wat ze hebben gedaan. We willen geen powerpoints zodat de leerlingen echt met hun product antwoord geven op hun vraag. En het ‘showt’ natuurlijk mooi, dus voor de zichtbaarheid en daarmee het draagvlak bij de directie scoort dit veel punten. 

Stap 10: Hoe was het?

Vergeet niet te evalueren. Met andere docenten, met leerlingen én met de bedrijven. Het helpt om tussendoor al in één document alles op te schrijven wat je tegenkomt. Dat hoeft niet uitgebreid en mag ook in steekwoorden. Het is namelijk geen verantwoording, maar een document voor jezelf!
De volgende keer dat je een project draait, pak je dat document erbij en ‘oh ja’, weet je al die handig tips van de vorige keer weer.

Evaluaties met andere partijen kun je bijvoorbeeld makkelijk in Google Forms maken. Die verwerkt je resultaten meteen en je kunt ze exporteren naar Excel. 

Dit was de informatie die ik nu voor jullie heb.

Heel veel succes en plezier met het opzetten van jullie eigen projecten. Schakel mij vooral in als ik je ergens mee kan helpen.Vragen beantwoord ik graag!

Mocht je geïnteresseerd zijn in het materiaal dat we hebben gemaakt voor het Peelland College – dat komt na afronding van het project als lesmateriaal in de webshop. 

Meld je aan

Meld je aan

Meld je hier aan voor de nieuwsbrief van Bedrijf in de Klas.

Hartelijk dank voor je aanmelding!